Innerlijke Stilte. Het Begin


In deze tijd waar meningen en cijfers over elkaar heen buitelen, polarisatie groeit en mensen elkaar proberen te overtuigen van hùn mening en hùn bewijzen om die mening te staven, zal mijn blogje vaak gaan over
 
 Innerlijke Stilte
 
Die innerlijke stilte die ieder mens wel in zich heeft, maar die moeite heeft om zich kenbaar te maken door al het lawaai om je heen.
De innerlijke stilte die heel lang de leidraad is geweest bij oervolkeren en nu nog bij wat wij ‘primitieve volkeren’ noemen en die veel ouder is dan het lawaai.
 
De innerlijke stilte in je is een wijsheid die niet te ‘bewijzen’ is met getallen en feiten. Het is de zachte stem in je die ervoor zorgt dat je je ineens blij kunt voelen als je een besluit hebt genomen, of het stukje onvrede wat in je knaagt als je iets doet waarvan je heel diep in je hart weet dat het niet goed is. Het is de wijsheid in je die je zo gemakkelijk opzijschuift want oh, de gedachte die nu in je opkomt is wel heel gek, eng, zal iedereen wel belachelijk vinden, moeilijk enz………
 
Ik zal een jaar of 11, twaalf zijn geweest. In die periode zijn we van Den Haag naar Zeist verhuisd. Het huis was veel groter en mooier dan dat wat we in Den Haag hadden, maar toch miste ik Den Haag: het huis met de hoge ramen en mijn vriendin waarmee ik, stiekem, urenlang door de stad fietste. Geen idee waar we waren, maar altijd kwamen we wel ergens in een straat die we kenden.
In Zeist viel dat weg. Ik kwam in de 6 klas van de lagere school daar en vond het moeilijk om een vriendschap aan te knopen. Iedereen was al ‘bezet’. Eén meisje was ook een ‘lonely wolf’, dus trokken we samen op.
Op school bleek dat ik in sommige vakken voor was en in andere achter.
Ergens een keer zouden we een proefwerk krijgen en dat zag ik absoluut niet zitten. Ik wilde de volgende dag beslist niet naar school, dus de enige optie was ziek worden.
Uit ondervinding wist ik al dat als ik me maar goed op maagpijn concentreerde, deze wel op zou komen en ik ziek een dagje thuis kon blijven.
Op school bleek dat ik in sommige vakken voor was en in andere achter.
Ergens een keer zouden we een proefwerk krijgen en dat zag ik absoluut niet zitten. Ik wilde de volgende dag beslist niet naar school, dus de enige optie was ziek worden.
Uit ondervinding wist ik al dat als ik me maar goed op maagpijn concentreerde, deze wel op zou komen en ik ziek een dagje thuis kon blijven.
Maar die nacht deed ik het te goed; ik kreeg maagpijn maar zo erg had ik het nog nooit meegemaakt. Klokslag om de zes uur kwam er een aanval opzetten, zo heftig dat mijn lichaam alleen maar pijn was. En elke beweging maakte het erger. Het enige was om doodstil te blijven liggen en de pijnaanval uit te laten razen.

Mijn ouders vertrouwden het niet en ik kwam uiteindelijk in het ziekenhuis terecht.
Daar heb ik enige tijd gelegen, er mankeerde wat aan mijn lever of maag, ik weet het niet meer.
Wel kan ik me nog herinneren dat daar een erg struise verpleegster rondliep die elke morgen met een bord pap kwam. Thuis aten we nooit pap, niemand lustte dat. Maar als een kind dat toch zo opgevoed was dat je naar ‘ouderen’ luistert, wat in die tijd normaal was, wurgde ik me al kokhalzend door die papprut heen.

Maar tegelijk kwam daar het ‘weten’. De kracht van gedachten is enorm; gebruik hem nooit meer om ziek te worden……………….
Nadien heb ik eigenlijk nooit meer last van mijn maag gehad.
Post 1 / 1
© 2020, 2021 Atelier voor Beeldende Kunst Stuur een mail